2. Vocht en sportdrank 

 

Tijdens een lichamelijke inspanning wordt warmte geproduceerd, waardoor de lichaamstemperatuur oploopt. Om te zorgen dat de lichaaamstemperatuur niet te hoog wordt, reageert het lichaam door te transpireren (zweten). Bij het verdampen van zweet wordt namelijk warmte ontrokken aan het lichaam. En daardoor daalt de lichaamstemperatuur.

Het lichaam bestaat voor ongeveer 60% uit water. Transpireren kan leiden tot een overmatig vochtverlies, wat consequenties heeft voor het lichaam. Al bij een vochtverlies van 2% van het lichaamsgewicht, kan de prestatie verminderen. De symptomen van een overmatige vochtverlies zijn:

  • de hoeveelheid bloedvloeistof kan afnemen waardoor het hart sneller gaat kloppen om de bloeddruk op peil te houden
  • het gevoel van vermoeidheid neemt toe
  • er kan een vermindering van coordinatie optreden
  • men kan duizelig en/of misselijk worden
  • de lichaamstemperatuur loopt op
  • transpiratie bevat ook belangrijke mineralen en spoortelementen zoals magnezium en zink, die aangevuld moeten worden.

Hieruit blijkt dat het belangrijk is om vochtverlies te compenseren. Het is van belang dat je het dorstgevoel voor blijft. Door geregeld kleine hoeveelheden vocht in te nemen kun je ervoor zorgen dat de vochtbalans op peil blijft. De hoeveelheid die moet worden ingenomen is persoonlijk, de een zweet immers meer dan de ander. 

Algemeen wordt aangeraden om ten minste 2 liter water per dag te drinken. Tijdens het sporten wordt aanbevolen om tussen de 500 en 1000 ml water te drinken per uur. 

Tip:

Weeg jezelf voor en na het sporten. Het gewichtsverlies geeft aan hoeveel vocht je hebt verloren als gevolg van zweet. 1kg komt overeen met 1 liter water. Dit verschil moet worden aangevuld met drinken. 

 

 

Sportdranken

 

De cellen in onze lichaam bestaan voornamelijk uit vocht. Dit vocht bevat heel veel stoffen in verschillende concentraties. Een sportdrank bevat een aantal van deze stoffen waarvan de concentraties van belang zijn voor de snelheid waarmee de sport drank wordt opgenomen in ons lichaam. Er zijn twee soorten zportdranke: dranken die hypotoon of isotoon zijn.

Bij een hypotone sportdrank zijn de concentraties lager en bij een isotone sportdrank zijn ze, bij benadring, gelijk. Theoretisch zou het lichaam een hypotone sportdrank sneller moeten opnemen dan een isotone sportdrank. 

Een drank kan ook hypertoon zijn. In dit geval zal de drank vocht ontnemen van onze lichaam. Een mooi voorbeeld is het drinken van zoutwater. De zoutconcentraties zijn hoger dan die in ons lichaam waardoor vocht wordt ontrokken van onze cellen. Een hypertone drank is dus niet dorstlessend.

Er is de laatste tijd veel aandacht voor sportdranken. Er wordt gesugeereerd dat een sportdrank de prestaties verbetert. Onder normale omstandigheden is een gespecialiseerde sportdrank echter niet nodig. Als de voeding evenwichtig is samengesteld, zal een sportdrank weinig toegevoegde waarde hebben. 

Sportdranken zijn vaak gewoon lekker en er kan niet worden ontkend dat deze mineralen en soms koolhydraten bevatten die eventueel van invloed kunnen zijn op de prestatie van een sporter.   

 

Tip: Je kunt zelf hypo- of isotone dranken maken door, bij voorbeeld, 1 dl limonadesiroop te mengen met 1 liter water, of door een mengsel te maken van 50% water en 50% vruchtensap. Hoe meer water, des te hypotoner de drank.